Albrecht van Beieren was een van de belangrijkste graven die in Den Haag resideerden.
De voor Den Haag zo belangrijke Albrecht van Beieren was in München geboren als jongere zoon van de Nederlandse Margaretha van Henegouwen. Zijn vader Lodewijk (Ludwig) was hertog van Beieren en tevens keizer van het Duitse rijk. Na het kinderloos overlijden van Nederlandse graaf Willem IV kwamen diens Nederlandse graafschappen in handen van zijn zus. Die zus was Margaretha van Henegouwen, de moeder van Albrecht. De verdeling van de graafschappen over de erfgenamen verliep niet makkelijk, want er waren veel kinderen en de keizer had ook kinderen uit een eerder huwelijk. Ook de keizer overleed en ook de Beierse bezittingen moesten worden verdeeld onder de zoons. De Beierse bezittingen werden verdeeld over meerdere zoons. Albrecht en zijn broer Willem kregen een klein Beiers hertogdommetje, maar Albrecht zou dat besturen. Willem ging naar de Nederlanden (zoals Nederland en België toen werden genoemd) en ging de Nederlandse graafschappen besturen. Eerst moest hij daarover nog oorlog voeren met zijn moeder, maar die trok zich op een gegeven moment terug op het graafschap Henegouwen. Willem zou Holland en Zeeland besturen.
Albrecht van Beieren zoals hij te zien is in het paleis van zijn familie in München.
Het kleine Beierse hertogdommetje dat Albrecht ging besturen was Straubing. Al zijn broers, leden van de bekende familie Wittelsbach, hadden een of meer subhertogdommetjes gekregen, die alle deel uitmaakten van het hertogdom Beieren. Het besturen van zo’n ‘klein’ hertogdommetje viel Albrecht overigens niet mee. In Straubing was het hertogelijk gezag erg verzwakt en het kostte hem veel moeite om die te herstellen. Bovendien lag Straubing niet ver van het staatje Bohemen. Daar woonde op dat moment de Duitse keizer. De keizer werd gekozen uit de belangrijkste families en de keizer probeerde tijdens zijn keizerschap de macht van zijn familie zoveel mogelijk uit te breiden. Dat ging in strijd met andere belangrijke families. Albrechts familie Wittelsbach had de vorige keizer geleverd en deze concurrenten moesten natuurlijk in toom worden gehouden. Voor Albrecht loerde er dus steeds gevaar uit het naburige Bohemen. Terwijl zijn broers de keizer nog wel eens tartten moest hij de keizer te vriend houden. Dat lukte hem goed. Hij bleek een vaardige opponent van keizer Karel IV te zijn en wist zijn gezag in Straubing door een combinatie van diplomatie en militair optreden te herwinnen. Hij verbleef zelfs regelmatig op het hof van de keizer in Praag en trouwde daar met diens zegen met Margaretha van Liegnitz-Brieg. Zijn huwelijk met Margaretha was gelukkig. Hij trof in haar een hertogin die zich niet alleen met gezin en huishouden bezig hield, maar iemand die mee regeerde.
In dit in 1253 gebouwde slot in München woonde keizer Ludwig IV, vrouw Margaretha van Henegouwen en de vele kinderen.
Ondertussen had zijn broer Willem het in Holland moeilijk gekregen. Hij werd ziek, ging steeds vreemder gedrag vertonen en werd uiteindelijk opgesloten. De Staten (parlementen) van Holland, Zeeland en Henegouwen vroegen Albrecht om namens zijn broer te komen regeren en dat wilde Albrecht wel. Albrecht bleef hertog van Straubing, maar werd nu ook waarnemend graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. Opmerkelijk is dat Albrecht ook meteen naar Den Haag verhuisde. Waarom hij dat deed is niet duidelijk. De Nederlandse gewesten lagen niet in het centrum van het rijk en waren op een aantal terreinen ook minder ontwikkeld dan Beieren. Waarschijnlijk gaf het de doorslag dat hij verder verwijderd was van de keizer. Hij kon zich in Den Haag beter ontplooien.
Albrecht’s nam voordat hij vertrok eerst allerlei maatregelen om de rust in Straubing te verzekeren. Ook bezocht hij nog eens de keizer om zeker te zijn dat deze Straubing niet zou over nemen.
Het hertogelijk slot in Straubing dat Albrecht liet bouwen.
De eerste reis naar Den Haag, in 1358, maakte hij zonder Margaretha, maar met enkele Beierse edelen en raadsheren die hem moesten helpen. Op een aantal terreinen werd het bestuur van Holland gemoderniseerd met ideeën uit Beieren. Andersom kwamen ook Nederlanders in Straubing werken. In 1360 ging hij nog een keer naar Straubing. Weer terug naar Holland nam hij Margaretha mee. Ook in Holland en Zeeland had hij de eerste jaren moeite om zich te handhaven. De Hoekse en Kabeljauwse twisten staken weer op. De stad Delft ontvoerde zelfs enkele grafelijke ambtenaren uit Den Haag, maar Albrecht trad krachtig op. Hij belegerde Delft en strafte de stad streng. Met een combinatie van diplomatie en militair optreden wist hij het verzet langzaam te bedwingen. In 1370 waren de woelingen in Holland, Zeeland en Henegouwen nagenoeg voorbij en kreeg hij de tijd om zich aan de internationale politiek te wijden.
Albrecht was een van de belangrijkste graven die in Den Haag resideerden. Hij regeerde niet alleen een uitzonderlijk lange periode, van 1358 tot eind 1404, maar hij gaf Den Haag voor het eerst een internationale uitstraling. Het statencomplex Holland-Straubing werd onder hem een belangrijke factor in de Europese politiek. Hij zette hiermee eigenlijk het werk van zijn Henegouwse grootvader Willem III voort. Net als deze graaf huwde hij zijn dochters op hoog niveau uit. Zijn dochter Johanna (8 jaar) trouwde met de zoon van de keizer. Zijn dochter Catharina trouwde met de hertog van Gelre. Zijn oudste zoon trouwde in 1385 met Margaretha, dochter de Bourgondische hertog Filips de Stoute. Zijn dochter Anna trouwde met de Engelse koning Richard II. Zijn oudste zoon trouwde met de dochter van de hertog van Bourgondië.
Het Haagse hof had ook in cultureel opzicht een internationale uitstraling. Er traden dichters, herauten en muzikanten op. Sommige van deze kunstenaars woonden in Den Haag, maar aantal van hen was in dienst van andere Europese vorsten waar Albrecht betrekkingen mee had. Hij zond ook zijn eigen heraut (de bekende ‘heraut Beieren’) naar het buitenland.
Albrecht is op ongelukkige wijze bekend van de moord op Aleid van Poelgeest in 1392. Zijn vrouw Margaretha was in 1386 gestorven en hij kreeg relaties met enkele jonkvrouwen. Een van hen was Aleid van Poelgeest. Toen de relatie al voorbij was werd zij vermoord. Het vermoedelijke doelwit was niet Aleida, maar Willem Cuser, de belangrijkste dienaar van Albrecht. Die had een aantal vijanden gemaakt. De vervolging en bestraffing van de daders gaf jaren onrust in Den Haag en in het graafschap, want de moord kreeg een politieke dimensie. Omdat Albrechts zoon Willem om politieke redenen de kant van de moordenaars koos, was Albrecht ook jaren van zijn zoon vervreemd.
In 1396 waren vader en zoon weer verzoend en besloten ze samen een poging te doen de weerbarstige Friezen te onderwerpen. De veldtocht had een beetje het karakter van een kruistocht waar Henegouwse en Beierse ridders aan mee deden en Franse militairen en Engelse boogschutters. De succesvolle veldtocht leverde uiteindelijk niets op. In 1414 verdreven de Friezen de Hollandse bezetting uit het laatste steunpunt. Tot aan zijn overlijden in 1404 bleef Albrecht het druk houden met andere oorlogen.
Er was veel uitwisseling tussen de Haagse en de Straubingse residentie. In Straubing vinden ze het nog steeds interessant dat ze van de Nederlanders papegaaischieten hebben geleerd. In elke toeristenfolder lees je over de ‘Nederlandse’ trapgevels die er inderdaad nog steeds zijn. Er was ook een bloeiende handel tussen beide gebieden. Op het Binnenhof werd Beiers bier gedronken dat in Den Haag gebrouwen werd.
Hollandse trapgevels in Straubing zien er anders uit dan wij ze kennen.
Uiteindelijk raakten Holland en Straubing weer verdeeld. Nadat Albrechts kleindochter Jacoba van Beieren in 1433 bij het Haagse Verdrag haar Nederlandse gewesten overdroeg aan Filips van Bourgondië, bleef Straubing in handen van de Beierse familie Wittelsbach en dan van de Münchense tak. De toenmalige Beierse hertog (van het sub-hertogdom Beieren-München) was het niet eens met de huwelijkskeuze van zijn zoon Willem III en liet deze vrouw opsluiten en daarna in de Donau verdrinken. Het is het tragische liefdesverhaal van Willem III en Agnes Bernauer.
In Straubing zie je veel herinneringen aan de Hollandse tijd.
Boer, D.E.H., ‘Een vorst trekt noordwaarts. De komst van Albrecht van Beieren naar de Nederlanden (1358) in het licht van de ontwikkelingen in het Duitse rijk, in D.E.H. de Boer en J.W. Marsilje (red) De Nederlanden in de late Middeleeuwen, Utrecht, 1987.
Dorit-Maria Krenn/Joachin Wild, “fürste in der ferne”. Das Herzogtum Niederbauern-Straubing-Holland, in Hefte zur Bayerischen Geschichte und Kultur, Band 28, Augsburg 2003.
Deze pagina is cookie-vrij.
© Voor niet-commercieel gebruik mogen teksten worden overgenomen, met bronvermelding of een link naar deze pagina.
Bij de afbeeldingen ligt dat anders: veel afbeeldingen zijn niet mijn eigendom en er kunnen nog rechten op rusten.
Suggesties voor verbeteringen zijn altijd welkom. Reacties.