Elizabeth Stuart werd bekend onder bijnamen als ‘Pearl of Britain’ en ‘Queen of Hearts’, maar ze werd ook wel de 'Winterkoningin' genoemd. Ze was prinses van Engeland, koningin van Bohemen en ze was getrouwd met een keurvorst. Haar in Den Haag dochter Sophie werd beroemd als moeder van de eerste Engelse koning uit het huis van Hannover, George. Dit nakomelingen van George zitten in Engeland nog steeds op de troon.
De vrouw die niet helemaal terecht bekend werd onder de bijnaam Winterkoningin was de Schotse prinses Elizabeth Stuart. Elizabeth werd geboren in Schotland als dochter van de Schotse koning Jacobus VI1 en diens vrouw Anne van Denemarken. Het is niet precies bekend wanneer ze geboren is. Uit herleiding van gegevens kom je uit op 15 of 19 augustus 15962. Ze werd vermoedelijk geboren in het koninklijk paleis te Dunfirmline en groeide op in het paleis in Linlithgow. Toen haar vader in 1603 de Engelse koningstitel erfde ging de familie Stuart in Engeland wonen. In het grotere Engeland kon het koninklijk gezin een luxer leven voeren, maar de opvoeding van Elizabeth kreeg ze, zoals toen gebruikelijk was, buitenshuis. In dit geval niet bij een familielid, maar bij een protestants echtpaar op het platteland. Later verhuisde ze met haar voogden naar Londen. Volgens Alison Plowden viel ze daar al op door haar enthousiasme en levenslust. Die gaven haar samen met haar intelligentie en haar koninklijke uitstraling een grote aantrekkingskracht3.
Elizabeth werd waarschijnlijk geboren in het Schotse koninklijk paleis in Dunfirmline. In het midden van de gevel het wapen van de koning.
Terwijl haar populaire broer Hendrik (Henry) werd klaargestoomd voor het koningschap werd er voor gezocht naar een geschikte huwelijkskandidaat. Dat moest een bondgenoot zijn of diens zoon en op haar niveau was de keus beperkt. Europa was in de greep van de strijd tussen katholieke en protestante vorsten. Engeland werd geregeerd door protestante koningen, maar er loerde steeds het gevaar van een katholieke machtsgreep. In Frankrijk probeerde een protestante koning met moeite op de troon te blijven en zijn zoon was de voornaamste kandidaat. Maar de koning werd vermoord en de katholieken namen in Frankrijk de macht over. Er waren toen geen andere serieuze kandidaten meer. De protestante Duitse graven waren veel lager in rang dan Elizabeth, maar één van hen zou nog net kunnen. Het Duitse rijk was in naam een keizerrijk, maar was in feite verdeeld in allerlei vorstendommetjes van graven en hertogen. Officieel stond de keizer boven die vorstjes, maar omdat hij werd gekozen door de belangrijkste graven was zijn macht beperkt. De belangrijkste van die kies-graven (‘keurvorsten’) was de paltsgraaf. De paltsgraaf was bovendien de leider van de protestantse partij in Duitsland.
De onderhandelingen over het huwelijk duurden lang, en zo hoorde het ook. De paltsgraaf zelf leefde niet meer en zijn zoon Frederik werd bijgestaan door zijn ooms, de in Nederland bekende prins Maurits en graaf Jan van Nassau. Frederik’s moeder was Louise Juliana, een dochter van Willem van Oranje. Die maakte zich zorgen. Zou Elizabeth zich wel thuis voelen in het kleine Heidelberg, de residentieplaats van de Palts. Zou zij als koningsdochter niet meer uitgeven dan de schatkist van de Palts kon hebben? En hoe zou het Frederik afgaan met een vrouw die hoger was in rang? Ook de Paltse huwelijksonderhandelaar Christian van Anhalt-Bernburg was onder de indruk van de pracht en praal aan het Engelse hof. Hij stuurde Frederik na terugkeer in de Palts met spoed op dansles. Maar het huwelijk ging door en op 16 oktober arriveerde de 16-jarige Frederik in Engeland. Met charme en zelfverzekerdheid wist hij de Engelsen voor zich te winnen. Het werd voor beiden zelfs liefde op het eerste gezicht. Hoewel op 6 november onverwacht Elizabeth’s geliefde broer Henry overleed werd het huwelijk niet uitgesteld. Vader Jacobus gaf zelfs veel geld uit voor de feestelijkheden. Het toneelstuk The Tempest van William Shakespeare werd op het paleis uitgevoerd. Na de huwelijkssluiting op Valentijnsdag werd er nog een week non-stop door gefeest. Maar uiteindelijk moesten Elizabeth en Frederik naar hun nieuwe huis. Op 10 april werden ze in Londen uitgezwaaid door op de oevers van de Thames samengedromde Engelsen. Via Noordelijke Nederlanden reisde men naar Heidelberg4.
De situatie in het Duitse rijk tijdens de opstand. De paarse strepen geven de katholieke gebieden aan, de groene de protestante gebieden. De overige gebieden zijn nog onbeslist. Frankrijk heeft bijvoorbeeld op dit moment nog veel protestante gebieden. In Nederland zijn de zeven opstandige staatjes aangegeven: Holland, Zeeland, Friesland, Gelre, Utrecht, Overijssel en Groningen en Ommelanden. In de zuidelijke Nederlanden de staatjes die niet voor hervorming kozen of door de katholieken bezet zijn. In het zuiden van Frankrijk ligt het prinsdom Oranje. Van dit staatje waren de Oranjes de heerser. In het Duitse Rijk zijn tenslotte de Beneden Palts en de Boven Palts aangegeven en het Koninkrijk Bohemen. Daar waar de tekst 'Nassau' staat liggen allerlei graafschapjes van calvinistische graafjes, o.a. van de Nassaus.
Terwijl Elizabeth door de prinsen Maurits en Frederik Hendrik in Nederland werd ontvangen reisde Fredederik van de Palts vooruit om in Heidelberg de feesten voor te bereiden. Elizabeth arriveerde op 7 juni in het kleine stadje waar zich naar zeggen 6000 mensen hadden verzameld voor de feestelijkheden. Een week lang was het feest en daarna kostte het nog weken om van honderden achtergebleven feestgangers af te komen. Zoals haar schoonmoeder al had gedacht bracht Elizabeth de schatkistbewaarders tot wanhoop. Ze was gul en kon geen ‘nee’ zeggen als iemand om een gunst vroeg. Ook ontstonden er problemen tussen haar Engelse en Schotse personeel en tussen de Britten en de Duitsers. En Elizabeth vond het Duitse hofleven maar saai. Ze wilde niet breien of huishouden maar ging liever op jacht. Ze was handig met de kruisboog en besteedde veel tijd aan haar zeventien apen en honden. Van gemor trok ze zich niets aan en bovendien wist ze mensen voor zich te winnen. De bijnamen ‘Pearl of Britain’ en later in Den Haag ‘Queen of Hearts’ kreeg ze niet voor niets. Ook zal ze tijd hebben gestoken in de bouw van een nieuwe vleugel van het kasteel en de aanleg van de Hortus Palatinus. Die hortus was een van de beroemdste tuinen van die tijd. Het was een feërieke tuin met verschillende terrassen, grotten en fonteinen die werd ontworpen door haar vroegere kunst- en muziekleraar Salomon de Caus. De tuin is er nog steeds, ademt nog steeds een zekere allure, maar is meer in de oude stijl. Er zijn (2008) plannen om daar wat aan te doen en de tuin in oude staat te herstellen.
Het slot van de keurvorst van de Palts domineert het stadje Heibelberg. Het toenmalige slot is vrijwel geheel verwoest. Het meest rechtse gedeelte stamt echter nog uit de tijd van Frederik V en Elizabeth Stuart.
Maar ondanks het jagen en het bouwen vond Elizabeth het in Heidelberg te saai. Dus toen Frederik onverwacht werd gevraagd om koning van Bohemen kreeg ze waarschijnlijk hoop op leukere tijd. De behoefte aan actie en nieuwe uitdagingen had ze volgens Ailison Plowden van haar grootmoeder geërfd. En het koningschap van Bohemen was een gevaarlijke post die actie en uitdagingen leek te bieden. Bohemen was het strijdtoneel tussen katholieken (de keizer) en protestanten (de vijf regionale parlementen). Iedereen wist dat de keizer er alles aan zou doen om te voorkomen dat Bohemen een protestante koning kreeg. De keizer was op dat moment in de positie om een sterk leger op de been te brengen, terwijl dat voor Bohemen en Frederik lang niet zeker was. Frederik vroeg advies, maar vrijwel iedereen raadde het hem af. Alleen een kleine groep protestanten vond dat hij koning moest worden, maar substantiële hulp kon niemand bieden. De Nederlandse Republiek bood wel enige financiële steun voor het Boheemse huurleger maar het was niet genoeg. In de Republiek was een politieke strijd aan de gang tussen mensen die een politieke oplossing van de oorlog tegen Spanje wilden en mensen die de oorlog wilden voortzetten. De laatste groep zou winnen, maar ook die merkten dat de schatkist van de rijke Republiek op een gegeven moment leeg was.
Er zijn plannen om de beroemde Hortus Palatinus weer in oude staat te herstellen. De huidige tuin (2008) geeft nog steeds een aardig beeld van een indrukwekkende tuin.
Het wordt wel gezegd dat Elizabeth haar man in een roekeloos avontuur had gestort, maar uit haar brieven aan Frederik blijkt dat ze slechts voorzichtig positief was. Zij hield van actie, maar ze was niet dom. Zij zag de problemen ook wel. Ze schreef hem dat ze hem zou steunen in wat hij ook zou kiezen.
En hij koos voor Bohemen.
Elizabeth ging mee, ondanks haar gevorderde zwangerschap, het ongewisse avontuur in. Een van haar bewonderaars dacht dat iedere echte man zijn leven voor zo’n vrouw zou offeren5. De karavaan van 153 wagens die goederen hun spullen naar Praag vervoerde op de bescheiden wegen van toen voor heel wat bekijks hebben gezorgd. Na een moeilijke reis werden ze op 1 november in Praag enthousiast onthaald. Vier dagen later, op 4 november, werd Frederik gekroond en was Elizabeth koningin.
Maar net als in Heidelberg viel het verblijf in Praag snel tegen. Frederik was veel weg en er waren weinig Engelsen. Het werd een saaie, lange winter, zonder jacht of andere pleziertjes. Tegelijkertijd zal ze hebben gehoord dat de katholieke propaganda Frederik een winterkoning noemde. Hij zou slechts één winter koning zijn. Dat was niet zo, want in maart kwam Frederik terug in Praag en hij was nog steeds koning. Frederik en Elizabeth stortten zich toen zo in de feesten en jachtpartijen dat de Bohemers zich afvroegen of het geld niet beter kon worden besteed. Ze voelden dat de aanstaande oorlog niet serieus werd genomen terwijl de tegenpartij dat wel deed. Maar Frederik leek geen goed plan te hebben en op zijn verzoeken kwam er ook nauwelijks hulp uit het buitenland. Zelfs Elizabeth had geen succes bij haar zeer protestantse vader. Zonder buitenlandse hulp liep het af zoals iedereen verwachtte. Op 6 november werd het Boheemse leger vlak bij Praag in de Slag bij de Witte Berg vernietigend verslagen. Elizabeth, Frederik en hun huishouding moesten halsoverkop vertrekken. Zoontje Rupert was bijna achtergelaten als een dienaar hem niet toevallig in een kamer zag zitten6.
Elizabeth vluchtte eerst naar schoonfamilie in het markgraafschap Brandenburg. Maar daar kon ze niet blijven. De keizer zette de markgraaf onder druk, maar het probleem was dat een andere woonplaats moeilijk was te vinden. De keizer was op dat moment oppermachtig en niemand durfde Frederik en Elizabeth asiel te verlenen. Zelfs haar vader was afwerend. Er was één uitzondering en dat was de Nederlandse Republiek. Ze waren familie van prins Maurits en die kreeg het voor elkaar dat ze werden toegelaten. Maurits wilde hen bovendien helpen bij de herovering van de Palts. Dat was door een Spaans leger uit de Zuidelijke Nederlanden bezet. Het royale aanbod van de Republiek bestond onder meer uit een gemeubileerde residentie in Den Haag. De Staten-Generaal zorgden zelfs voor een militair escorte om hen uit Duitsland te halen. Via Rotterdam en Delft kwam het echtpaar per boot naar Den Haag.
En zo eindigde het Boheemse avontuur van Elizabeth en Frederik in een tragedie. Niet echt koning en koningin voor één winter, maar uiteindelijk toch niet meer dan 12 ½ maand.
Op 13 april 1621 werden ze met veel vertoon van hartelijkheid in Den Haag ontvangen. Zoals gebruikelijk bij hoge gasten werden ze bij de Hoornburg opgewacht door prins Maurits met zijn gevolg en enkele vertegenwoordigers van de Staten-Generaal. Elisabeth en Frederik gingen er toen nog van uit dat Den Haag een tijdelijk verblijf zouden worden en dat ze weer terug zouden keren naar een bevrijd Heidelberg. In Den Haag kregen ze van het gewest Holland een residentie aangeboden en een toelage van 10.000 gulden per maand.
In en achter deze gebouwen (links en midden) aan de Kneuterdijk was het tijdelijk onderkomen van Frederik V en Elizabeth Stuart.
Het was wennen in Den Haag. De Hollandse regeringsstad had dan wel twee-en-een-half keer zoveel inwoners als Heidelberg, maar als vorsten gingen ze er wel op achteruit. Het gewest Holland had ze het huis aangeboden waar Cornelis van der Mijle had gewoond. Deze schoonzoon van Johan van Oldenbarnevelt was om politieke redenen verbannen en zijn vrouw Maria had er geen bezwaar tegen om het huis aan het Boheemse koningspaar te verhuren. Ze reserveerde wel enkele kamers voor zichzelf en haar familie. Zij kreeg zo’n goed contact met Elizabeth van Bohemen dat de laatste later met succes pleitte voor versoepeling van Van der Mijles ballingschap. Ook het buurhuis, waar Van Oldenbarnevelt zelf had gewoond werd bij de Boheemse residentie getrokken. Maar met dit alles was het toch veel te klein voor de omvangrijke hofhouding van het paar. Voor de kinderen werd een apart huis in Leiden gehuurd en een groot deel van het personeel moesten ze onderbrengen bij particulieren en herbergen onderbrengen. Bij aankomst was er een hofhouding van 200 mensen en 100 paarden, maar die hofhouding werd naarmate er minder geld was, steeds verder ingekrompen7.
In het gevolg van Elizabeth Stuart bevond zich hofdame Amalia van Solms. Amalia was hofdame van Elizabeth geweest in Heidelberg en in Praag en was met haar meegekomen naar Den Haag. Hier had ze prins Frederik Hendrik leren kennen en daar was op 4 apil 1625 mee getrouwd. Ze trouwde vanuit het Boheemse hof aan de Kneuterdijk, maar daarna ontstonden er problemen over wie de eerste positie had bij officiële gelegenheden. Frederik Hendrik was de rijkste en machtigste man van de Republiek, maar hij was ‘slechts’ prins. Elizabeth was de dochter van een koning en ook Frederik had een hogere status. Herhaaldelijk deze zich voorrangskwesties voor. In 1627 kreeg Frederik Hendrik de Orde van de Kouseband uitgereikt en bij die gelegenheid zat de prins niet op de meest eervolle plaats, want daar kwam Frederik V te zitten. Na het huwelijk van Willem II, de zoon van Frederik Hendrik en Amalia, met Mary Stuart, werd het probleem zelfs groter. Zij was de oudste dochter van Karel I en kwam ook al voor in de rangorde8.
De koningin van Bohemen had veel vertier nodig, zo schreef de Engelse ambassadeur Carleton in 1621. Het saaie hofleven in ballingschap moest daarom zo vaak mogelijk worden opgefleurd door feesten, visites en uitstapjes. Frederik Hendrik en Amalia kwamen vaak op bezoek, soms gezamenlijk en soms apart. De Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz schreef in zijn dagboek dat hij Elizabeth vaak bezocht of met haar in de koets ‘wandelde’ over het Voorhout. De feesten gingen gepaard met banketten, balletten, maskerades en komedies. Een vaak uitgevoerd thema van geïmproviseerde toneelstukken was ‘De reis naar Heibelberg’. Dat ging natuurlijk over de terugkeer van het koningspaar naar een bevrijd Heibelberg. Een hoogtepunt was het het huwelijk van Louise Christine, de jongste zus van Amalia, met de Hollandse edelman graaf Johan Wolfert van Brederode in februari 1638. Van heinde en verre kwamen mensen kijken naar een vierdaags ringsteekspel tussen verschillende teams van edelen. Een regelmatig vorm van vermaak was de jacht. Vanaf de Kneuterdijk was je vrijwel direct in de duinen en het Haagse Bos. En verder vermaakte Elizabeth zich met haar aapjes en honden. Volgens dochter Sophia hield haar moeder zich liever met haar aapjes en honden bezig, dan met haar eigen kinderen.
Het was niet het hele jaar door feest aan de Kneuterdijk. Frederik was vaak in het binnen- en buitenland op pad om bij een of andere vorst de herovering van de Palts te bepleiten. Ook samen waren ze vaak op reis in Nederland. Ze bezochten Frederik Hendrik in een van zijn buitenhuizen rond Den Haag of ze verbleven in het buitenhuis dat ze voor veel geld in Rhenen hadden laten bouwen8.
Maar het leven was niet alleen feest voor Elizabeth. Er waren ook zorgen. Haar broer Charles werd dan wel koning van Engeland, maar door de onverstandige manier waarop hij probeerde het machtige Engelse parlement buiten spel te zetten raakte hij in een burgeroorlog verzeild. In 1642 moest hij Londen verlaten en stuurde hij zijn vrouw (Marie) en dochter voor hun veiligheid naar de Republiek. Zij werden in Holland beleefd, maar niet enthousiast ontvangen. Elizabeth had wel veel contact met haar schoonzus, maar hun relatie bleef gespannen. Elizabeth stond dan wel achter haar broer, maar was tegelijk voor een toelage afhankelijk van het Engelse parlement. Zonder toestemming van het parlement kon geen belasting worden geheven en was er geen geld voor een toelage. Marie wilde daarom in Nederland geld lenen voor haar man. Zonder geld kon hij de burgeroorlog niet voortzetten. Toen Marie na een jaar weer vertrok was Elizabeth waarschijnlijk wel opgelucht. Het hielp niet voor haar toelage. Die werd steeds minder en tenslotte stopten de betalingen. Haar broer kon haar niet helpen. Charles werd gevangen genomen, aangeklaagd voor ‘verraad’, berecht en op 30 januari 1649 onthoofd.
Het slechte nieuws bereikte haar juist op het moment dat ze ook goed nieuws ontving. In Holland was ook bekend geworden dat er vrede met Spanje zou komen. Het goede nieuws was dat haar zoon min of meer werd hersteld als paltsgraaf. Hij werd paltsgraaf van de Beneden Palts en verloor ook de hoogste positie in de rangorde van de keurvorsten. Maar hij kon wel terugkeren naar Heidelberg. Elizabeth hoopte op terugkeer naar Heidelberg of een toelage van haar zoon om haar uit de financiele problemen te helpen, maar de relatie met haar zoon was niet zo goed dat daar snel iets van kwam10.
Elizabeth had dringend geld nodig, al jaren. Zonder eigen staat hadden zij en Frederik geen eigen inkomsten. Ze bleven in Den Haag wel volgens hun stand leven en raakten snel door hun geld. Die stand bleven ze er bewust op na houden om aan de buitenwereld te laten zien dat ze het koningschap of het paltsgraafschap niet als een verloren zaak zagen. Hun inkomsten bestonden uit aanzienlijke toelagen die ze uit verschillende bronnen kregen. De voornaamste waren de Engelse koning en de Republiek der Verenigde Nederlanden. Ook de prinsen van Oranje droegen in meer of mindere mate bij. Maar de gevers zagen steeds minder heil in het subsidiëren van het koningspaar en de toelagen werden minder of stopten. De schulden stapelden zich op. Met name de Haagse leveranciers werden zwaar getroffen. Die bleven leveren, maar kregen niets. Het huis zag er op een gegeven moment zo verwaarloosd uit dat Elisabeth soms liever afspraken buitenshuis maakte. Toen Elizabeth in 1653 aankondigde naar het veilige Heidelberg af te reizen meldden zich meteen 164 schuldeisers. Die hadden 935.000 gulden van haar tegoed. Een slager vroeg 122.000 gulden en een bakker 130.000. Voor die tijd waren dat ongehoorde bedragen. Elizabeth moest in de Republiek blijven en kreeg een toelage van de Staten van Holland die elk jaar opnieuw werd vastgesteld.
Toen in Engeland weer een familielid op de troon kwam, Karel II, kwam er een oplossing van haar financiële problemen. Ze kreeg weer een toelage en ze kon in Engeland komen wonen. In mei 1661 vertrok ze naar haar vaderland waar ze niet lang meer leefde. Ze overleed in februari 1662 en werd met pracht en praal begraven in Westminster Abbey. Een groot deel van haar schuldeisers had nog niets gekregen11.
In het begin van haar Haagse tijd kreeg Elizabeth een nieuwe bijnaam. Prins Maurits noemde haar “de meest charmante prinses van Europa, volgens sommigen genoemd de Hartenkoningin.” Net als haar grootmoeder verzamelde ze een hele schare bewonderaars. Er werden gedichtjes aan haar gewijd en haar neef Christian van Brunswijk, ‘de gekke Brunswijker’, droeg haar handschoen in zijn helm. Hij beloofde haar die terug te geven in Heidelberg12.
Elizabeth kreeg zonen en dochters. Het eerste kind dat in Den Haag werd geboren, haar zesde, kreeg de naam Louise Hollandine (1622-1709), als teken van dank aan het land dat haar als balling had opgenomen.
Twee van haar dochters waren bijzonder. Dochter Elisabeth was dat vanwege haar briefwisseling met geleerden als René Descartes en Anna Maria van Schurman. De jongste dochter Sophia was bijzonder omdat via haar de Engelse troon vererfde op het huidige Engelse koningshuis. Sophia was op 14 oktober 1630 in Den Haag geboren en zij was de laatste nog levende Engelse prinses toen men in Engeland zocht naar een mogelijke opvolger van de kinderloos blijvende Engelse koning William III. Men wilde men geen katholieke koning en daarom werden de protestantse Sophia en haar protestantse nakomelingen bij wet aangewezen als erfgenaam van de Engelse troon: “That the most excellent Princess Sophia, Electress and Duchess Dowager of Hanover, daughter of the most excellent Princess Elizabeth, late Queen of Bohemia, daughter of our late sovereign lord King James the First, of happy memory, be and is hereby declared to be the next in succession, in the Protestant line, to the imperial Crown and dignity of the said Realms of England, France, and Ireland, with the dominions and territories thereunto belonging, after His Majesty, and the Princess Anne of Denmark”. Sophia was toen al getrouwd met de (latere) keurvorst van Hannover. Hun zoon werd dus koning George van Engeland en daarmee kwam het Huis van Hannover op de Engelse troon.
Dit verhaal is bijgewerkt op 17 mei 2010.
Akkerman, Nadine N.W., Elizabeth Stuart, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland:http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/ElizabethStuart
S. Groenveld, De Winterkoning. Balling aan het Haagse Hof, Den Haag, 2003
G. Hoek, ‘Tegenover de Leprozen’, in: Jaarboek Die Haghe, 1939
Alison Plowden, The Stuart Princesses, Stroud, 1996.
A.W. de Vink, 'De huizen aan den Kneuterdijk No. 22', in: Die Haghe Jaarboek 1921/22, 120-192S.
Het leven van de Winterkoningin heeft ook inspiratie gegeven voor enkele mooi geschreven romans van de Engelse schrijfster Jane Stevenson.
Jane Stevenson, AstraeaLondon, 2001
Jane Stevenson, Winter QueenLondon, 2002
1. Een Schotse of Engelse koning heette natuurlijk niet echt Jacobus. Dat was slechts zijn de vertaling van zijn naam. In werkelijkheid heette hij James. In Schotland was hij de zesde koning die James heette, dus staat hij daar in de geschiedenisboeken als James VI, maar in England kenden ze hem als James I.
3. Plowden 1; data uit die tijd zijn bovendien nog eens verdacht omdat toen in veel landen de Juliaanse kalender gold en in andere landen de Gregoriaanse kalender. Dat data verschilden ongeveer tien dagen, of meer. Rusland hield nog lang vast aan de oude kalender. Daarom vond hun Oktoberrevolutie bij ons plaats in november.
3. Plowden 15.
4. Plowden 18-20.
5. “What good man would not adventure his life, and run even in the face of death, such a lady going before, and marching in the front?”. Citaat gevonden in Plowden 37.
6. Plowden 42.
7. Groenveld 41-42, Plowden 46, De Vink 120-192.
8. Groenveld 48.
9. Groenveld 41-56.
10. Plowden 62-86.
11. Groenveld 59-61.
12. Plowden 46.>
Deze pagina is cookie-vrij.
© Voor niet-commercieel gebruik mogen teksten worden overgenomen, met bronvermelding of een link naar deze pagina.
Bij de afbeeldingen ligt dat anders: veel afbeeldingen zijn niet mijn eigendom en er kunnen nog rechten op rusten.
Suggesties voor verbeteringen zijn altijd welkom. Reacties.