Geschiedenis van Den Haag
kopfoto

ooievaarkleinerHet Rabbijn Maarsenplein is genoemd naar en rabbijn die in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp om het leven kwam. Vroeger was dit plein het centrum van de Joodse Buurt. Dit verhaal vertelt een klein stukje geschiedenis van de Buurt.

 

kopfoto

Rabbijn Maarsenplein en de Joodse buurt

De joodse buurt van Den Haag, kortweg 'de Buurt' genoemd, werd gevormd door de vier straten rond de Nieuwe Kerk. Dat waren de St. Jacobsstraat, de Bezemstraat, de Gedempte Gracht en de Voldersgracht. Na hun vlucht voor de Romeinen waren joden overal in Europa terecht gekomen. Ze waren overal een kwetsbare minderheid die in de meeste landen te maken had met vervolging om religieuze of economische redenen. In Nederland vestigden zich twee groepen joden. De eerste groep waren de Sefardiem (Sefarad = Spanje) die eerst van Spanje naar Portugal waren gevlucht. Toen Portugal onder bestuur van de Spaanse koning kwam moesten ze verder vluchten en kwamen velen in Nederland terecht. Dat gebeurde al vanaf het eind van de 16de eeuw. Ze vestigden zich als kooplieden vooral in Amsterdam. De rijksten onder hen kregen, als financier, al gauw goede contacten met het landsbestuur en gingen toen in Den Haag wonen. Deze families vestigden zich in de dure wijken aan de Nieuwe Uitleg, Vijverberg en Voorhout. De volgende groep joden waren de Asjkenaziem (Asjekenaz = Duitsland), joden die na hun vlucht uiteindelijk in Oost-, en Midden en West-Europa beland waren. Zij spraken Jiddisch. Ook daar stonden ze aan vaak heftige vervolging bloot en ook zij trokken in de loop van de 17de eeuw naar het relatief tolerante Nederland. Een aantal van hen kwam in Den Haag terecht. Hier was het niet altijd makkelijk om een bestaan te vinden. Sommigen waren rijk genoeg om als burger te worden toegelaten en konden dan lid worden van het Sint Nicolaasgilde (winkeliersgilde) of het Sint Maartensgilde (kleerkopersgilde). Dit waren de enige gilden waarvan joden lid mochten worden. Het bleef voor joden verboden om lid te worden van een ander gilde. Bankier Abraham Boas wilde bijvoorbeeld in 1703 lid worden van het wijnkopersgilde, maar dit werd hem geweigerd. Voor joden bleven dus maar een aantal beroepen over. De armere joden werkten vaak in de straathandel. In 1627 werd door het stadsbestuur voor de handel in oude kleren, lompen, schoenen, oudijzer, zalf en dergelijke de Voldersgracht aangewezen als handelsplaats. In deze buurt op de rand van het havenkwartier vonden de Asjkenazische joden ook goedkope woningen. Dit werd dus 'de Buurt' waar uiteindelijk meer dan de helft van de bewoners jood was.

Voldersgracht in de Joodse buurt

Voldersgracht in de Joodse buurt (prentbriefkaart Lud Fischer).

Een van de bekendste Asjkenazische joden was Tobias Boas. Zijn vader was lid van het winkeliersgilde. in een winkel waarvan we alleen weten dat die 'bij de Nieuwe Kerk' was, verkocht hij neteldoek en kousen. Zijn vader verhuurde ook een ruimte aan de Asjkenazische (kerk)gemeente om sjoeldiensten te houden. Een sjoel was het centrum van een joodse gemeenschap waar men elkaar enkele keren per dag ontmoette om gebeden uit te spreken en samen de joodse boeken te bestuderen. Tobias Boas wist vanuit de winkel van zijn vader een groot bankierskantoor op te bouwen. Hij werd de belangrijkste bankier van de stadhouder, maar ontving in zijn huis in de St. Jacobstraat ook koning Gustaaf III (Zweden) en keizer Joseph II van Oostenrijk. Zelfs Casanova logeerde bij hem thuis. Tobias kon door zijn goede contacten voor verdrukte joden in het buitenland in de bres springen. Den Haag werd een hooggeroemd toevluchtsoord door Oosteuropese vluchtelingen. Tobias Boas was herhaaldelijk woordvoerder van de joodse gemeenten van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (de drie grootste van Nederland) omdat hij toegang had tot de Oranjes.

Voldersgracht in de Joodse buurt 2

Voldersgracht in de Joodse buurt - In de verte wordt de Voldersgracht smaller. Na het smalle stuk loopt de Voldersgracht uit op de Spuistraat (prentbriefkaart Lud Fischer)

De woonsituatie in 'de Buurt' was vaak niet goed te noemen. Gezinnen met soms veertien kinderen woonden in krotten van één kamer met een zolder. Buiten de joodse buurt werden de Ostadewoningen gebouwd. Dat waren betere woningen bedoeld voor de armere joden uit 'de Buurt'. Maar die bleven liever in hun eigen buurt wonen. Pas in de jaren 1920 vond sanering van veel slechte huizen plaats toen de Grote Marktstraat dwars door een deel van de buurt werd aangelegd.

 

In 'de Buurt' verrezen gebouwen van diverse joodse instellingen. Als eerste was er de sjoel in het huis van de familie Boas. Toen deze te klein ging men in 1723 diensten houden in een synagoge achter de huizen van de Voldersgracht aan de Brouwersloot (op de plek van het Spuihof). In de jaren 1830 verhuisde men naar een mooie en nieuw gebouwde synagoge aan de Wagenstraat. De gehechtheid aan de Buurt was zo groot dat men zelfs niet kon wennen aan de deftige synagoge aan de Wagenstraat. Vooral op de hoge feestdagen was die trouwens te klein doordat de gemeente flink groeide. Een tweede synagoge werd daarom gebouwd, aan de Voldersgracht, in 1879. Deze werd door de minder draagkrachtigen bezocht. Voor de wegaanleg moest het schoolgebouw en de (tweede) synagoge aan de Voldersgracht wijken. In 1922 kwam een nieuwe synagoge klaar aan de Nieuwe Molstraat, in jaren 1980 gesloopt voor woningbouw.

De synagoge aan de Voldersgracht

De synagoge aan de Voldersgracht lag achter dit gebouw, ca. 1910. Dit gebouw is afgebroken voor de aanleg van de Grote Marktstraat (Haags Gemeentearchief).

In de buurt heeft ook een aantal scholen gestaan. Naast de sjoel kwam er aan de Voldersgracht in 1917 een 'godsdienstige Israëlitische Arm-school' opgericht. Daar werd gewoon onderwijs gegeven en ook joods godsdienstig onderwijs op zondagochtend en buitenschoolse uren. Voor de aanleg van de Grote Marktstraat moest het schoolgebouw en de (tweede) synagoge aan de Voldersgracht wijken. In 1922 kwam een nieuwe synagoge klaar aan de Nieuwe Molstraat (in de jaren 1980 gesloopt). Op het door sanering vrijgekomen terrein aan de Bezemstraat werd in 1928 een nieuw schoolgebouw gesticht. Twee van deze scholen kregen les volgens het zgn Haagse stelsel waarin joods godsdienstonderwijs was geïntegreerd met het gewone onderwijs. De beide scholen die in het gebouw waren gehuisvest werden voornamelijk door joodse kinderen bezocht. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het gebouw bestemd voor onderwijs aan joodse kinderen die toen geen 'gewone' scholen mochten bezoeken. In 1960 werd langs een deel van de Gedempte Gracht een winkelcentrum gebouwd, de Markthof. Op de plaats van de school komt nu de Spuimarkt.

Kaartje van de Joodse Buurt

De Joodse buurt met enkele van de in de tekst genoemde gebouwen. In rood de situatie van nu (2006). In grijs de situatie van voor de aanleg van de Grote Marktstraat. Op de plek van de oude synagoge ligt nu het Spuihof. De zgn tweede synagoge aan de Voldersgracht ligt ter hoogte van een winkel aan de Grote Marktstraat. Syn = Synagoge. N.B. De gebouwen zijn uit verschillende periodes.

Gedempte gracht joods monument

Gedempte Gracht - Een van de twee monumenten in de Spuimarkt ter herinnering aan de slachtoffers uit de Joodse buurt.

Maquette Joodse Buurt Den Haag

In het stadhuis aan het Spui staat op de eerste verdieping deze maquette van de oude Joodse buurt. Op de foto kijk je min of meer vanaf de vroegere synagoge richting Nieuwe Kerk. Links achteraan de Gedempte Gracht.

Maquette Joodse Buurt Den Haag 2

Dezelfde maquette.

Copyright

© Voor niet-commercieel gebruik mogen teksten worden overgenomen, met bronvermelding of een link naar deze pagina.

Afbeeldingen op deze website mogen niet zonder toestemming worden gebruikt. Op veel afbeeldingen rust nog copyright, of ze zijn eigendom van derden.

 

 

 

Deze pagina is cookie-vrij.