Geschiedenis van Den Haag
ooievaar in kop

ooievaarkleinerDen Haag is ontstaan doordat de graven van Holland hier hun hoofdwoning vestigden. Rondom dat grafelijk kasteel ontstond het dorp Den Haag. Onder de eerste grafelijke familie, die van het Hollandse huis, bleef het nog klein.

 

Op deze pagina kunt u het allemaal lezen in een kort verhaal. Een uitgebreidere versie op meerdere pagina's begint hier.

kopfoto

Den Haag en de Graven van Holland

Floris IV

Over het ontstaan van Den Haag is weinig bekend doordat er geen vrijwel geschreven documenten uit deze tijd bekend zijn. Het is daarom moeilijk om voor de verschillende theorieën bewijzen te vinden, maar door archeologisch onderzoek komt nieuwe informatie beschikbaar. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat het centrum van Den Haag al door boeren werd bewoond toen de graven zich hier nog niet hadden gevestigd. In dit gebied lagen al de dorpjes Loosduinen, Monster, Rijswijk, Voorburg en Wassenaar, op een van de strandwallen, maar vermoedelijk lag op de 'Haagse' strandwal een vergelijkbare boerennederzetting die nog niet de naam Den Haag had.

Bij de stichting van Den Haag heeft graaf Floris IV een belangrijke rol gespeeld. Hij kocht in 1229 van de familie van Wassenaer een landgoed dat vermoedelijk de voorloper van het Binnenhof was. Floris zal de hof niet hebben gekocht om er niets mee te doen, dus kunnen we aannemen dat hij hier bouwplannen had. Of die zijn uitgevoerd is niet bekend, want hij was een fervent toenooivechter. In 1234 werd hij gedood of vermoord tijdens een toernooi in Corbie. Zijn zoon Willem II zou later in Den Haag wonen op een zo jonge leeftijd dat dit in de woning van zijn vader moet zijn geweest.

meer →

Willem II

Floris' zoon Willem II geldt als de echte stichter van Den Haag. In 1247 werd hij gekozen tot koning van het Duitse rijk en in 1248 in Aken tot koning gekroond. Dit was de eerste fase op weg naar het keizerschap. Toen hij zijn staatszaken in Duitsland op orde had, keerde hij terug naar zijn graafschap Holland. Volgens kroniekschrijvers toog hij meteen naar Den Haag om hier een 'koninklijk paleis' te laten bouwen. De feestelijke oplevering heeft hij niet meegemaakt, want hij sneuvelde in 1256 bij Hoogwoud tijdens een poging de de West-Friezen te onderwerpen.

meer →

Nederlandse graafschappen

De Nederlandse graafschappen, bisdommen en hertogdommen voor zover ze in het verhaal voorkomen. De onderbroken rode lijn is de grens tussen het Duitse Rijk en Frankrijk.

Floris V

Floris V was pas anderhalf jaar oud toen zijn vader bij Hoogwoud werd gedood. Hij kreeg van zijn voogden een goede scholing die zijn interesse voor literatuur en geschiedenis verklaart. Hij liet Jacob van Maerlant een wereldgeschiedenis schrijven en zijn klerk Melis Stoke de Rijmkroniek, een geschiedenis van Holland. In de Rijmkroniek pleitte Melis Stoke voor een sterk grafelijk gezag en Floris deed zijn best om de edelen en boeren van Holland zijn gezag op te leggen. Hij verdeelde het graafschap in baljuwschappen met aan het hoofd een baljuw. Floris benoemde in deze functies maar mensen die van hem afhankelijk waren en geen machtige edelen die een eigen koers konden varen. De baljuw voerde namens de graaf allerlei bestuurstaken uit en was daarnaast voorzitter van de hogere rechtbank.

Floris beleefde net als zijn vader de nodige buitenlandse avonturen. Hij mengde zich in de strijd tussen Frankrijk en Engeland en koos eerst partij voor Engeland. Toen dit bondgenootschap niet genoeg opleverde sloot hij zich aan bij de Franse koning. De Engelse koning Edward reageerde woedend en stookte ontevreden Hollandse edelen op om Floris naar Engeland te ontvoeren. Bij deze ontvoering werd Floris gedood.

meer →

Bouwplannen

Van bouwplannen ten tijde van Floris IV is niets bekend, maar als de in 1229 van de familie van Wassenaer gekochte hofstede inderdaad een voorloper van het Binnenhof was, dan zal hij daar vast wel iets zijn gaan verbouwen. En als de in 1229 gekochte hofstede niets met het Binnenhof te maken had dat zal er op het Binnenhof toen al iets hebben gestaan. De grootse bouwplannen van zijn zoon en kleinzoon moeten wel voortborduurden op iets wat al bestond. Veel tijd had Floris niet voor bouwplannen. Hij was een fervent toernooivechter en hij werd in 1234 gedood of vermoord tijdens een toernooi in Corbie. Omdat zijn zoon Willem II in 1242 in Den Haag een oorkonde uitvaardigt weten we dat hij daar een woning had, die gezien zijn leeftijd van vijftien jaar van zijn vader was geweest. Na zijn verkiezing tot koning wilde Willem II zijn woning vergroten tot een gebouw dat in de kronieken 'koninklijk paleis' werd genoemd. Een van de kroniekschrijvers zegt hierover: Nu is koning Willem naar Holland gekomen en daar werd hij terecht met grote eerbied ontvangen. Hij ging meteen naar Den Haag en liet daar goede bouwlieden komen om een koninklijk paleis te bouwen. We moeten daarbij niet denken iets als de huidige paleizen, maar aan een koninklijke hofstede zoals die in het Duitse rijk en in Nijmegen en Utrecht voorkwamen.

Kasteel in die Haghe

Het kasteelcomplex van Willem II was voor Hollandse begrippen uitzonderlijk groot. Omdat hij de Rijksdag van 1254 in het keizerlijk paleis te Nijmegen hield kunnen we aannemen dat zijn paleis in Den Haag toen nog niet klaar was. Bouwmeester C.H. Peters denkt dat bij zijn overlijden, twee jaar later, de grafelijke woonvertrekken, de grachten en buitenmuren met de poorten al klaar waren.

Willem's zoon Floris V zette de bouw van het kasteel voort. Kroniekschrijver Johannes de Beke weet ons te vertellen: 'en hij timmerde ook de kapel en de Hoge Zaal in Die Haghe, waar hij met jonkers en jonkvrouwen in de bossen placht te jagen en de wapens op ridderlijke manier placht te hanteren'. Hij liet dus de de Hoge Zaal bouwen, die we nu kennen als Ridderzaal, en de in de 19de eeuw afgebroken Hofkapel. De grootte van de zaal geeft aan dat Floris V hogere ambities moest hebben gehad dan graaf van een klein staatje blijven. Nog eeuwen later vonden buitenlandse bezoekers de Ridderzaal een indrukwekkend gebouw.

 

Het kasteelcomplex bestond uiteindelijk uit drie gedeelten, de Nederhof, de Binnenhof en het tuincomplex. De Nederhof (nu Buitenhof) was de voorste hof van het kasteel. Het was een grote vlakte waar een gracht en waarschijnlijk ook een muur omheen liep. Op dit terrein stonden de stallen, schuren, het valkenhuis, het hondenhuis en de woningen van het lagere personeel. Men kwam het kasteel hier via een poort binnen die lag op de plek van de Gevangenpoort.

 

De Binnenhof lag op de plek van het huidige Binnenhof die toen veel minder was volgebouwd. Rondom de Binnenhof lagen grachten met muren. De Binnenhof was verdeeld in een Voorhof en een Achterhof. De graaf en zijn familie woonden achter de Ridderzaal aan de Achterhof.

 

Achter de Achterhof lag een tuinencomplex dat in de 17de eeuw werd vervangen door het Plein met de Korte Vijverberg en Lange Houtstraat. Het complex bestond uit moestuinen de 'Kooltuin' en tuinen om in te wandelen. Ook de tuinen waren omgeven een gracht en een muur. Op de hoek van de Vijverberg en het Toernooiveld lag een poort die leek op de Gevangenpoort en vermoedelijk diende als achteruitgang.

Onder Floris was het kasteel nog niet in alle gevallen zo klaar als hiervoor beschreven is. Maar vanaf 1284 tekende Floris bijna al zijn oorkonden 'in die Haghe' of 'in Hagam' en was Den Haag dus zijn residentie geworden.

meer →

Het dorp die Haghe

Den Haag ontstond naast het grafelijk kasteel, maar de straatnaam Geest en het straten- patroon van het Haagse centrum doen vermoeden dat er al een oudere boerennederzetting bestond. Deze hoorde misschien bij de hof die Floris IV in 1229 kan hebben gekocht, maar kan ook een andere, oudere nederzetting zijn geweest.

Pas door de bouw van het kasteel zal er in de tijd van Floris V een klein dorp zijn gekomen. Niet iedereen kon op het kasteel wonen en het kasteel trok allerlei nijvere lieden aan. Er is geen informatie over, maar er zullen bouwvakkers zijn komen wonen en allerlei soorten ambachtslieden, kooplieden, herbergiers, schippers, wagenvoerders en nog meer. De eerste vermelding van het dorp Die Haghe is in 1291 in een brief van de abt van het Echout-klooster te Brugge (het kasteel Die Haghe is al een halve eeuw eerder genoemd).

De eerste huizen zullen zijn gebouwd op de strandwal waar nu nog het centrum van Den Haag ligt, aan de belangrijke weg tussen Leiden en 's-Gravenzande. Leiden was een oudere vestigingsplaats van de graven en 's-Gravenzande lag toen nog aan de Maas waar de graaf scheep kon gaan. Reizen over water ging toen vaak makkelijker dan over water. De weg liep via Monster, Loosduinen door Den Haag via het Kortenbos, Pastoorswarande, Geest, naar het Voorhout en het Haagse Bos. De houten huisjes en boerderijtjes met rieten daken stonden verspreid van ongeveer de Grote Markt tot de Kneuterdijk en op de strandwal of duin tussen ongeveer het Westeinde en Nobelstraat. In steen werd nog niet veel gebouwd. Dat was voorbehouden aan de rijkeren.

meer →

vervolg Vervolg: tijd van de Henegouwse graven