Geschiedenis van Den Haag
foto ooievaar in kop

ooievaarkleinerWillem II werd bijna keizer. Hij geldt als de stichter van Den Haag omdat hij in 1248 begonnen zou zijn met de bouw van het grafelijk kasteel, waarvan het Binnenhof nu nog is overgebleven.

kopfoto middeleeuwen2

Willem II en Den Haag

Traditioneel (volgens vroegere historici) wordt aan graaf Willem II de stichting van Den Haag toegeschreven. Volgens oude kroniekschrijvers was Willem na zijn verkiezing tot koning5 van het Duitse rijk naar Holland terug gekomen. Hier had hij opdracht gegeven om in Den Haag een graaf willem ii'koninklijk paleis' te bouwen. Het graafschap Holland maakte deel uit van het Duitse rijk en daar heerste voortdurend strijd om het keizerschap. De keizer werd gekozen door enkele machtige Duitse hertogen en graven. Die kozen een van hen eerst tot koning en daarna kroonde de paus deze tot keizer. Omdat alleen de paus toen het recht had een koning tot keizer te kronen had deze in het Duitse rijk veel macht. De keizers probeerden zijn macht zoveel mogelijk te beperken. Keizer Frederik II lukte dat niet, want die werd in 1245 door de paus afgezet. De paus-gezinde partij probeerde een nieuwe keizer te vinden, maar niet iedereen durfde de oude keizer te trotseren. Die werd nog steeds gesteund door veel Duitse vorsten. De Hollandse graaf Willem II was de eerste tegenkandidaat die niet weigerde. Hij werd in 1247 tot koning gekozen, maar alleen erkend door de paus-gezinde partij. Hierop volgde een jarenlange strijd tussen de aanhangers van Willem en de aanhangers van Frederik.

 

Nadat Willem op 1 november 1248 in Aken tot koning was gekroond, was het in Duitsland even rustig. Hij kon even terug naar Holland om zaken te regelen. Hier gaf hij volgens de kronieken opdracht voor de bouw van een 'koninklijk paleis'. Als koning had hij in Duitsland allerlei 'paleizen' tot zijn beschikking, maar in zijn eigen graafschap had hij nog geen gebouw van koninklijke of keizerlijke allure. Een paleis zag er in deze tijd overigens anders uit dan later. Het waren nauwelijks paleizen, want ze waren veel kleiner en leken meer op een kasteel. Een stenen gebouw was in deze tijd relatief duur om te bouwen en veel edelen woonden daarom nog in houten huizen. Paleizen, toen 'palast' genoemd, waren gebouwen als de Haagse Ridderzaal. Na in Holland orde op zaken te hebben gesteld ging hij weer aan de slag als koning. Hij sloot een politiek verstandig huwelijk met Elisabeth van Brunswijk en kreeg daardoor de machtige partij van de Welfen6 achter zich. Hij werd nu algemeen geaccepteerd als koning en zou spoedig tot keizer worden gekroond. Maar voordat dit gebeurde liet hij zich verleiden tot een veldtocht tegen de West-Friezen. Tijdens die tocht zakte hij op 28 januari 1256 bij Hoogwoud met zijn paard door het ijs en werd door de Westfriezen gedood. Pas in 1282 wist zijn zoon, Floris V, zijn stoffelijk overschot terug te vinden. Hij werd toen begraven in de Kloosterkerk in Middelburg.

Bouwplannen onder Willem II

Al voordat Willem II besloot hier een koninlijke woning te bouwen, woonde hij al in Den Haag. In 1242 vaardigde hij een oorkonde uit in Den Haag7. Hij was toen vijftien jaar oud en dit huis moet voor 1242 gebouwd zijn, waarschijnlijk door zijn vader Floris IV. Na zijn verkiezing tot koning zal Willem II die woning hebben willen laten vergroten of vervangen door een groter gebouw. Een van de kroniekschrijvers zegt hierover: “Nu is Coninc Willem in Hollant gecomen, daer hij mit groter weerdicheyt ontvangen wordt, als ’t wel recht was, ende quam rechtte voert in de Haege, ende deede ontbieden verstandele wercklude, om een Coninclijc Palleijs aldaer te maecke, dat noch hudendaechs die Oude Sael heet” (Nu is koning Willem naar Holland gekomen en daar werd hij terecht met grote eerbied ontvangen. Hij ging meteen naar Den Haag en liet daar goede bouwlieden komen om een koninklijk paleis te bouwen)8. Een paleis was dus een gebouw als de Ridderzaal, een grote hal met aangrenzende vertrekken en een verdieping daaronder. Daar omheen lag een uitgebreid kasteelcomplex. Omdat zijn opvolgers verder gingen met de bouw is het niet duidelijk welke delen onder Willem II werden ontworpen of gebouwd. Het kwam tijdens zijn leven in ieder geval niet af. De Rijksdag van 1254 hield koning Willem niet in Den Haag, maar in het koninklijk paleis in Nijmegen.

 

Waarom Willem zijn paleis op de plek van het latere Den Haag bouwde is niet bekend. Zijn vader Floris IV had waarschijnlijk die keus al gemaakt. De plaats lag centraal tussen de belangrijkste woningen van Floris, in 's-Gravenzande en Leiden. Het Binnenhof lag daar precies tussenin aan de belangrijke weg tussen deze plaatsen. Het noorden van het graafschap was niet veilig. Daar braken nog steeds opstanden uit. Een grafelijk huis in een stad was evenmin verstandig. Een stad had muren en een eigen burgerwacht of schutterij. Als de stad in opstand kwam zat de graaf gevangen binnen de stadsmuren. Een veel genoemde reden voor de keuze van het huidige Den Haag was de nabijheid van het Haagse Bos. Kroniekschrijvers prezen immers het Haagse Bos als recreatiegebied waar de graven konden jagen. Sommige historici dachten te lezen dat de graaf zijn kasteel hier liet kasteel bouwen omdat het Haagse Bos zo'n goed jachtterrein was, maar dat klopt niet. Ten eerste leefden deze kroniekschrijvers pas veel later. Ten tweede schreven zij alleen dat het bos zo'n plezierig recreatieterrein was waar de graven konden jagen en niet dat dit de reden was dat de graaf er ging wonen. Tenslotte was het Haagse Bos volgens onderzoekers in deze tijd nog nauwelijks een bos te (zie Haagse Bos). Het bos werd pas een bos, nadat de graven er veel bomen hadden gepland. De oude legende dat de graven al voor de stichting van het kasteel een jachthuis in de buurt van het Haagse Bos hadden, zal dus ook wel niet kloppen.

vervolgpijl Vervolg: graaf Floris V

 

Verantwoording

Eerste versie 2005, bijgewerkt op 5-2-2012.

Literatuur

• Boer, D.E.H. de, E.H.P. Cordfunke, Graven van Holland. Portretten in woord en beeld 880-1580, Zutphen 1995.

• Blok, D.P., Holland sinds Gosses. De vorming van het graafschap opnieuw bezien, D.E.H. de Boer e.a. (red), Holland in Wording, Hilversum 1991. pp 9-ev.

• Janse, Antheun, Een in zichzelf verdeeld rijk. Politiek en bestuur van de tiende tot het begin van de vijftiende eeuw, Thimo de Nijs en Eelco Beukers (red), Geschiedenis van Holland, deel I, Hilversum 2002, pp 69-102.

Noten

4. De middelste kelder (altijd de ‘oudste’ genoemd) is een gewelfd zaaltje waarin drie van de muren vensters bezaten en een deur. Dit moet dus oorspronkelijk een vrijstaand gebouw zijn geweest. F.A.J. Vermeulen dateerde dit zaaltje op ca. 1230. Later is het hele Binnenhofcomplex opgehoogd en werd de begane grondverdieping een kelder.

5. Rooms-koning was de titel die werd gebruikt door de Duitse koning vóór zijn kroning tot keizer. De kroning tot keizer gebeurde sinds Karel de Grote door de paus.

6. De Welfen waren een machtig Duits vorstengeslacht. Ook hun partij werden zo genoemd. Ook de hertogen van Brunswijk waren Welfen.

7. Het is wel bekend de graven oorkonden uitvaardigden in plaatsen waar ze op dat moment niet konden zijn, maar het feit dat Die Haghe wordt genoemd geeft aan dat de graaf er wel eens verbleef. De oorkonde is opgenomen in: Koch, A.C.F., Oorkondenboek van Holland en Zeeland, II, 's-Gravenhage, 1970., nr. 626.

8. Volgens de kroniek van de “Klerk uit de Laage Landen”

 

Deze pagina is cookie-vrij.